donderdag 28 oktober 2010

WO Domein Techniek

Leerwens
Ik wil al een tijdje een voederplaats voor vogels in onze tuin. Enerzijds wil ik zo’n plaats hebben om vogels in de winter te kunnen voederen, anderzijds om mijn kinderen kennis te laten maken met de verschillende soorten vogels. Ik herinner me dat ik als kind regelmatig naar de vogels en eekhoorns zat te kijken. Ik vond en vind dat nog altijd fascinerend.
Om mijn technische vaardigheden te verbeteren heb ik besloten om zelf zo’n voederplaats in mekaar te knutselen tijdens de komende herfstvakantie.



Acties
Twee acties heb ik al ondernomen. Ik ben al in verschillende zaken gaan kijken om te zien hoe een voederplaats eruit ziet. Ik heb ook al informatie opgezocht op het internet. Dit is de basis voor de volgende stappen in mijn proces en die stappen zullen zijn: de brainstorming, de bepaling van de vereisten voor mijn voederplaats, het tekenen van het plan, het geschikte materiaal bijeen zoeken, het in elkaar knutselen van de voederplaats en gebruik ervan evalueren.















Voorlopig leerresultaat
Ik heb me al gerealiseerd dat zaken die er op het eerste zicht redelijk simpel uitzien toch niet zo simpel zijn. Bij het maken van die voederplaats zal ik met meer dingen moeten rekening houden dan ik dacht. Maar ik heb er ongelooflijk veel zin in. Je leest en ziet (hopelijk) het resultaat na de herfstvakantie.

Definitief leerresultaat
Ik ben echt trots op mijn vogelvoederplaats. Ik heb ook enorm veel bijgeleerd.
Tijdens het maken van de voederplaats werd ik met problemen geconfronteerd. Om voor deze probemen een oplossing te zoeken, moest ik gebruik maken van mijn technische vaardigheid of van mijn kennis van bepaalde materialen of technieken.
Ik heb de vogelvoederplaats nu al een tijdje uitgeprobeerd. Ik zou er al een aantal dingen aan veranderen. Ik zal de voederplaats verder van het huis moeten afzetten. Ik denk dat de vogels afgeschrikt worden door het feit dat de voederplaats zo dicht bij het huis staat.
Ik ga ook haakjes op de voederplaats zetten. Daar kan ik voedselbollen aan hangen.
Ik heb het hele technische proces doorlopen: van opdracht tot evaluatie.
Ik had een heel aantal leerplandoelen vooropgesteld. Ik vind dat ik de meerderheid ervan ook bereikt of aangeraakt heb.





Leerplandoelen
- 6.1 zien dat courante producten gemaakt zijn uit welbepaalde materialen en/of grondstoffen
- 6.6 inzien dat producten worden gemaakt volgens bepaalde technische principes
- 6.4 inzien dat veel voorwerpen in hun omgeving een aanvulling of verbetering zijn van menselijke functies en maken er functioneel gebruik van
- 6.11 kunnen zeggen aan welke eisen een constructie die ze zelf willen maken moet voldoen
- 6.12 kunnen hun materialenkennis en hun kennis van constructie-, bereidings- en bewegingsprincipes gebruiken bij het ontwerpen van een constructie
- 6.13 kunnen een constructieactiviteit correct uitvoeren
- 6.14 kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheid in techniek om een constructie in elkaar te zetten
- 6.15 kritisch kijken naar een zelfgemaakt product

WO Domein Natuur



Leerwens
De planten in huis kan je soms moeilijk houden. Staan ze te warm of te koud? Krijgen ze teveel of te weinig water? Ik zou graag weten hoe de hoeveelheid licht en warmte die een plant krijgt de groei van die plant beïnvloedt.

Actie
Ik ga dit proefondervindelijk onderzoeken. Hiervoor maak ik gebruik van witte bonen. Eerst steek ik de bonen in een glazen potje met natte watten. Zo kan ik het ontkiemen van de boon goed opvolgen. Als de bonen ontkiemd zijn, plant ik ze in potjes met grond. Daarna plaats ik de bonen in verschillende omstandigheden.






























PROEF 1
Met dit proefje onderzoek ik de invloed van het licht op de groei van de bonenplant.
boon 1: Ik zet boon 1 op een vensterbank in de keuken. Hier krijgt hij licht, maar hij staat niet in direct zonlicht.
boon 2: Ik zet boon 2 in een kast.
boon 3: Boon 3 zet ik onder een lamp.

PROEF 2
Met het tweede proefje onderzoek ik de invloed van de temperatuur op de groei van de bonenplant.
boon 4: Boon 4 laat ik groeien bij kamertemperatuur.
boon 5: Boon 5 zet ik in de koelkast.
boon 6: Boon 6 zet ik op de verwarming.

Ik start mijn proef vandaag 23/10/2010. Tijdens de proef zal ik regelmatig mijn vaststellingen noteren en foto’s trekken.





















































































Voorlopig leerresultaat
Mijn oudste dochter van bijna 4 vraagt regelmatig om eens naar de bonen te mogen kijken. Ze stelt er vragen over. Kinderen zijn gefascineerd door het groeiproces van een plant.

Definitief leerresultaat
Op de foto's zie je duidelijk de resultaten van mijn onderzoek.
Uit proef 1 blijkt dat zon onontbeerlijk is voor een plant. De plant die in de kast heeft gestaan heeft geen bladgroei en is bruinig van kleur. De twee andere hebben veel bladeren en zijn aardig gegroeid. De plant die op de vensterbank heeft gestaan in indirect zonlicht ziet er het beste uit.

De resultaten van proef 2 zijn nog duidelijker. Het groeiproces van plant 5 is gestopt op het moment dat ik de plant in de frigo heb gezet. Plant 6 heeft de proef niet overleefd. Ik heb ze regelmatig water gegegeven, maar de warmte heeft de groei van de plant verstoord. Plant 4, die gewoon in de kamer stond, heeft zich het best ontwikkeld.

Leerplandoelen
- 7.6 inzien dat planten op een eigen manier in leven trachten te blijven
- 7.7 inzien dat planten aangepast zijn aan een leefwijze in een bepaald milieu
- 7.8 ontdekken dat planten zich op een of andere manier voortplanten
- 7.9 ontdekken dat een plant een ontwikkeling doormaakt

WO Domein Natuur


Leerwens
Tijdens het weerbericht vertelt Frank Deboosere over de Nacht van de Duisternis. Hier wil ik graag meer over weten en dus zoek ik het op. 16 oktober, tijdens de Nacht vragen Bond Beter Leefmilieu, vzw Preventie Lichthinder en VVS aan gemeenten om zoveel mogelijk lichten te doven en om een activiteit te organiseren. Met de Nacht willen ze gemeenten ook aanmoedigen om in de toekomst meer structurele maatregelen te nemen om energie te besparen en lichtvervuiling en lichthinder te beperken.
Ik stel mij hierbij toch wel een aantal vragen. Is het zo dat we in België zoveel licht ‘s nachts laten schijnen. En wat is eigenlijk juist lichtvervuiling? Vervuilt het licht dan de omgeving? Wat is lichthinder?

Actie
Ik ben ‘s avonds eens door mijn gemeente gereden om vast te stellen of en welke verlichting er ‘s nachts brandt.
Ik zocht op het internet de betekenis van lichtvervuiling en lichthinder op.
Ik zocht op het internet een kaart waarop je de lichtvervuiling op aarde kan vaststellen.

Leerresultaat
Ik heb geleerd dat er een verschil bestaat tussen lichtvervuiling en lichthinder. Een teveel aan licht in de omgeving heeft meer gevolgen dan ik dacht. Zo worden bijvoorbeeld de dieren gestoord tijdens het uitvoeren van hun nachtelijke activiteiten.
Verder ben ik me bewust geworden van het feit dat er op heel wat plaatsen onnodig verlichting brandt. Op grote vierbaanswegen bijvoorbeeld vind je ontzettend veel verlichting. Als ze daar eens 1 op 2 lampen zouden doven, zou je nog meer dan genoeg zien. De recent getroffen maatregel om op autosnelwegen de lichten zoveel mogelijk te doven is een eerste stap in de goede richting.
Op de wereldkaart zie je duidelijk dat bepaalde gebieden, de geïndustrialiseerde, dichtbebouwde gebieden op de wereld veel sterker verlicht zijn dan anderen. In Afrika vind je grote gebieden waar (bijna) geen licht(vervuiling) te zien is. Het lijkt me fascinerend om dit alles eens echt vanuit de ruimte te observeren.
Ik heb geleerd dat je bewuster gaat leven door dagdagelijkse realiteiten in vraag te stellen. Vaak ben je niet bewust van de gevolgen van je manier van leven voor andere organismen op aarde of voor de aarde zelf. Als je bewust bent van de gevolgen ga je in de toekomst je levensstijl
(ookal is het maar in beperkte mate) aanpassen. In geval van lichtvervuiling is het natuurlijk niet evident om daar zelf iets tegen te doen omdat het hier vooral gaat over straatverlichting en dergelijke. Ik probeer nu wel zuiniger om te springen met het gebruik van licht in huis.

Leerplandoelen
- 7.18 op eigen niveau zorgzaam omgaan met hun milieu
- 7.10 ontdekken en inzien dat veel mensen de aanwezigheid van planten en dieren in hun omgeving beïnvloeden
- 7.13 een bewuste keuze maken voor het behoud van leven in hun de directe omgeving